Joris Iven

EEN KLAAGZANG

(om te worden gezongen bij trage drumslagen met intervals van tien seconden)

 

 

 

Vertel hen, vertel het hen

Dat wij de kinderen van het huis van Ashiagbor

Gingen jagen, toen we terugkeerden

Wezen onze geweerlopen naar de grond,

Wij kunnen het niet vertellen; dat een ander het voor ons vertelt.

Onze tranen hebben niet hun vrije loop,

Wij hebben geen mond waar we het mee kunnen zeggen.

Wij namen de kano, de kano met de vracht zand

Ze zeggen dat het nijlpaard hem niet kan omver werpen

Vaders, het nijlpaard heeft onze kano omver geworpen

           Wij komen thuis

Onze geweerlopen wijzen naar de grond.

Moeder, dierbare moeder

Waar zijn onze tranen, waar zijn onze tranen.

Geef ons de mond om het te vertellen, moeder.

Wij liggen op onze knieën voor jou

Wij liggen nog op onze knieën.

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel