Joris Iven

SWAMI* ANAND 

 

 

 

Tijdens de moessons in Kosbad

zijn er zoveel schakeringen van groen

dat je de andere kleuren niet meer ziet.

 

 

In die tijd 

ben ik zeventien en begin ik net

iedere dag een sari te dragen.

Swami Anand is negenentachtig

                              en bijna blind.

Zijn dikke brillenglazen lijken niet te helpen,

ze vergroten alleen zijn troebele ogen.

's Ochtends sommeert hij me

           uit de keuken

en lees ik hem voor tot de middag.

 

 

Op een dag zegt hij

‘je mag nu je gedichten lezen'

Ik lees er enkele, hij blijft stil.

Wanneer ik denk dat hij slaapt, hou ik op.

Maar hij zegt, 'ga door'.

Ik lees een lang gedicht

waarin de Himalaya oprijst

                  als een metafoor.

Plots ben ik beschaamd

omdat ik de Himalaya zo heb gebruikt,

beschaamd omdat ik over mijn ingebeelde bergen praat

met een man die door het ijs en de sneeuw

                 van de Gangotri trok

                         blootsvoets

een man die dichtbij de Kangchenjanga

            en de Everest woonde, alleen gekleed in zomers katoen.

Ik onderbreek even om me te verontschuldigen

maar hij zegt 'ga maar door'.

 

 

Later, wanneer hij

         de glibberige groene heuvels van Kosbad beklimt,

moet Swami Anand niet op mijn schouder

steunen, of op zijn paraplu.

Ik blijf hem vragen om aanwijzingen,

manieren om mijn gedichten te verbeteren.

Hij zwijgt een hele poos

en zegt dan

      'ik kan je niets anders zeggen

       dan: ga door.'

 

* een swami is een godsdienstonderwijzer bij de Hindoes

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel