Joris Iven

MIJN DOOD

 

 

 

Als ik geluk heb, zal ik aan alle kanten vol draden hangen

in een ziekenhuisbed. Met slangetjes die in mijn neus

zitten. Maar probeer niet van me te schrikken, vrienden!

Ik zeg je nu al dat dit mij niet veel uitmaakt.

Dat is uiteindelijk toch niet te veel gevraagd.

Iemand, hoop ik, zal iedereen gebeld hebben

om te zeggen, "Kom vlug, hij gaat achteruit!"

En ze zullen komen. En ik zal tijd genoeg hebben

om vaarwel te zeggen aan elk van mijn geliefden.

Als ik geluk heb, zullen ze naar voren komen

en ik zal hen een laatste keer kunnen zien

en die herinnering met me meenemen.

Misschien kijken ze me aan en willen ze weglopen

en huilen. Maar neen, omdat ze van me houden,

zullen ze mijn hand optillen en zeggen "Sterkte"

of "Het komt wel goed."

En ze hebben gelijk. Het is al goed.

Het is dik in orde. Als je eens wist hoe gelukkig jullie me hebben gemaakt!

Ik hoop alleen dat mijn geluk standhoudt, en dat ik

enig teken van herkenning kan geven.

Mijn ogen open en dicht kan doen als om te zeggen

"Ja, ik hoor je. Ik begrijp je."

Ik zou zelfs tot iets kunnen komen als

"Ik hou ook van jou. Wees gelukkig."

Ik hoop het! Maar ik wil niet te veel vragen.

Als ik geen geluk heb, zoals ik verdien, wel, dan zal ik

gewoon neervallen, zo maar, en niet eens de kans hebben om

vaarwel te zeggen, of om iemands hand vast te houden.

Of om te zeggen hoeveel ik om je heb gegeven en hoe ik al die jaren

van je gezelschap heb genoten. In elk geval,

probeer niet te veel om me te rouwen. Ik wil dat je weet

dat ik gelukkig was toen ik hier was.

En denk eraan dat ik dit al een tijdje geleden heb gezegd - in april 1984.

Wees blij voor mij als ik kan sterven in de aanwezigheid

van vrienden en familie. Als dat kan, geloof me,

dan heb ik het er goed van afgebracht. Dan heb ik dit sterven niet verloren.

 

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel